Vragen over huisvesting
Hoe zit het nu precies met de huisvesting van vergunninghouders? Welke rol hebben de gemeente en de woningcorporaties? Moeten andere huurders door de huisvesting van vergunninghouders langer wachten op een woning?
Hoe wordt bepaald hoeveel vergunninghouders de gemeente moet huisvesten?
Het Rijk bepaalt op basis van het aantal inwoners van de gemeente hoeveel mensen wij onderdak moeten bieden. Elk half jaar worden deze cijfers bekendgemaakt.
Welke rol hebben de woningcorporaties?
De huisvesting van vergunninghouders is de verantwoordelijkheid van de gemeente. Wij verhuren zelf echter geen woningen. Daarom doen wij een beroep op de woningcorporaties om ons te helpen bij de huisvesting. Ook kijken we samen met hen naar alternatieve oplossingen
Wat kunnen die alternatieve oplossingen zijn?
Dat kunnen leegstaande panden van de corporaties of de gemeente zijn. We treffen bijvoorbeeld voorbereidingen voor de plaatsing van een aantal gezinnen in het voormalige Andes-pand van Woonservice aan de Schoolstraat 8 in Exloo. Daarnaast onderzoeken we of drie voormalige scholen (in Valthe, Buinen en Nieuw-Buinen) bouwkundig en financieel een optie zijn. Een andere mogelijkheid is het plaatsen van meerdere vergunninghouders in één woning, waarbij iedereen een eigen slaapkamer heeft en de woonkamer, keuken en badkamer gedeeld worden. Dit kan een (tijdelijke) oplossing zijn voor mensen die vooruitgereisd zijn in afwachting van hun gezin. De gemeente Emmen en Lefier voeren hier momenteel een pilot mee uit. Ook kun je denken aan het plaatsen van tijdelijke units, en het gebruik van zogenaamde versnellingsarrangementen. Met dat laatste kunnen we tijdelijk woonruimte inzetten totdat definitieve plaatsing mogelijk is. Hiervoor komen onder meer grote gebouwen en huisjes op een vakantiepark in aanmerking, ook buiten de eigen gemeente. In Eelde is bijvoorbeeld huisvesting voor een half jaar mogelijk in het voormalige pand van de Dutch Flight Academy. Ten slotte houden we ons aanbevolen voor particulieren die ruimte ter beschikking willen stellen.
Moeten ‘reguliere’ woningzoekenden nu langer wachten op een woning?
Het is heel lastig om hier een kant en klaar antwoord op te geven. Als woningcorporatie verlenen we voorrang aan verschillende doelgroepen. Dat kunnen vergunninghouders zijn, maar ook huurders van wie de woning wordt gesloopt. Doordat de groep woningzoekenden met voorrang groter wordt, kan het zijn dat de wachttijd voor een nieuwe woning ook langer wordt. We snappen heel goed dat dat vervelend is voor wie op zoek is naar een woning. Daarom kijken we ook naar andere, creatieve mogelijkheden voor de huisvesting.
Wat houdt die voorrang precies in?
Soms adverteren we een vrijgekomen woning niet op onze website. Deze woning wijzen we toe aan bijzondere doelgroepen. De meeste vrijgekomen woningen worden overigens gewoon geadverteerd op onze website en toegewezen aan de woningzoekende met de langste inschrijftijd.
Hoe gaat de toewijzing van woningen aan vergunninghouders?
Het COA (Centraal Orgaan opvang asielzoekers) voert met elke vergunninghouder een intakegesprek en stelt dan een profiel op. In dat profiel staat onder meer of het gaat om een gezin of een alleenstaande, maar ook of er een voorkeur is voor een regio of gemeente. Het COA koppelt vervolgens een persoon aan een gemeente. De gemeente houdt een lijst bij met alle gekoppelde vergunninghouders en onderhoudt daarover nauw contact met de woningcorporaties. Komt er een woning vrij, dan bekijkt de woningcorporatie of die woning geschikt is.
Wie betaalt de huur van de huisvesting van vergunninghouders?
Vergunninghouders betalen zelf de huur van hun woning. Zij betalen net als iedereen de gewone huurprijs voor een woning. Dat kan omdat zij een bijstandsuitkering ontvangen, net als andere Nederlanders die geen eigen inkomen hebben.
Hoe komen vergunninghouders aan geld om hun woning in te richten?
Vergunninghouders beginnen meestal met niets en daarom krijgen zij van de gemeente een lening. Hiermee kunnen ze basisbenodigdheden als meubels en een koelkast aanschaffen. Deze lening wordt vervolgens weer ingehouden op hun bijstandsuitkering.
Welke begeleiding krijgen vergunninghouders?
Als je als vergunninghouder een woning krijgt toegewezen, komt er heel wat op je af. Je moet verhuizen, inrichten, gas en licht regelen, kinderen moeten naar school, je maakt kennis met de buurt, je volgt een inburgeringscursus. Omdat dat best ingewikkeld is, krijgen vergunninghouders zo’n anderhalf jaar hulp van vrijwilligers van Vluchtelingenwerk Noord-Nederland, Humanitas en andere maatschappelijke welzijnsorganisaties.
Waar kan ik terecht als ik mijn nieuwe buren wil helpen?
Dat kan op veel verschillende manieren. Woont een vergunninghouder bij u in de buurt? Spreek hem of haar dan eens aan en nodig uw nieuwe buurtgenoot bij u thuis uit. Hoe meer contact er is met Nederlanders, hoe sneller mensen kunnen integreren in onze maatschappij. Maar u kunt zich ook als vrijwilliger aanmelden bij bijvoorbeeld Vluchtelingenwerk. Zij weten precies aan welke hulp de meeste behoefte is.
Hoe wordt bepaald waar vluchtelingen komen te wonen?
Ieder jaar maken we samen met de gemeente prestatieafspraken. In deze afspraak leggen we vast hoe we omgaan met duurzaamheid, nieuwbouw, langer zelfstandig thuis wonen en ook de huisvesting van bijzondere doelgroepen zoals vergunninghouders. Samen met de gemeenten kijken we naar de mogelijkheden voor hun huisvesting. Hierbij vinden we het belangrijk om vergunninghouders te verspreiden over de gemeente, omdat dit belangrijk is voor een goede integratie en voor de leefbaarheid in buurten en wijken.
Waarom helpt Lefier vergunninghouders aan een woning?
Woningcorporaties zijn er voor huisvesting van mensen die dat zelf niet kunnen regelen, zoals Nederlanders met een smalle beurs en mensen die begeleid moeten wonen. En dus ook mensen die hier naartoe zijn gevlucht en een verblijfsvergunning hebben gekregen. Vergunninghouders zijn nieuw in Nederland. Ze hebben nog geen netwerk en dat maakt het zoeken naar een woning erg moeilijk. Daarom bieden we woningen met voorrang aan voor deze doelgroep.