Saaie studentenflat? Flinke stapel ‘Tiny Houses’ zal je bedoelen.

Ga maar na: eigen douche en eigen toilet voor allemaal. Beneden een warme, gerieflijke ontmoetingsplek die je deelt met je huisgenoten én de aardigste buurtgenoten, een beetje zoals dat al met veel woongenot wordt toegepast in grootstedelijke appartementencomplexen voor verwende yuppen. Maar dan studentenhuisvesting anno nu. Duurzaam, energiezuinig, gedurfd, mooi. Toekomstmuziek uit de droomfabriek van een bevlogen architect met stevig zwart brilmontuur? Nee hoor, Selwerd. De Duindoornstraat is al klaar, de Esdoornlaan bijna. In de Kornoeljestraat jeuken de handen van de bouwvakkers van aannemer Van Wijnen om de intussen misschien wel wat suffe studentenflat uit de vorige eeuw zo’n zelfde lesje te leren. Vanaf 2 november mag het. 
We maakten een rondje langs de bedenkers, de bouwers, de cateraars - en vanzelfsprekend langs de allerbelangrijkste betrokkenen - de bewoners zelf. Hoe zitten we er nu bij, in zon sprankelend gepimpte woontoren als De Dragant? 

Eens een flat, altijd een flat toch? 

Daar denken ze bij woningcorporatie Lefier en AAS architecten duidelijk anders over. Het onverwoestbare ‘geraamte’ is netjes blijven staan - wel zo duurzaam. Als het allemaal klaar is, zie je daar niks meer van. Het gebouw is dan wél aanzienlijk gegroeid in de breedte; het heeft meer ‘vlees op de botten’ gekregen, simpelweg door de strakke, nieuwe gevel een paar meter naar buiten te verplaatsen. Dat levert wat op. Niet alleen afscheid van het kille beton, de metalen raamkozijnen en de oubollige primaire kleuren uit de Sixties, nu nog heel even te zien aan de Kornoeljestraat, ook een fiks aantal verse vierkante meters extra woonruimte per eenheid. Uitgekiend benut, zodat iedereen mag rekenen op een hoogsteigen toilet en een hoogsteigen doucheruimte. Je hoeft geen student bacteriologie in een overbevolkt studentenhuis te zijn om te weten waarom dat zo fijn is. Een deel-wc is toch een stuk minder cool dan een groene deelscooter. 

Kornoeiljestraat

De aanleiding - graag duurzaam, energiezuinig, circulair, helemaal klaar voor de toekomst 

Het maakt wel degelijk wat uit, een welwillende zakenman die ergens een scheef en vermoeid pandje in de binnenstad heeft gevonden om te verhuren, of een woningcorporatie die verder wil kijken dan ieders neus lang is. Niet alleen tot het einde van de maand, maar zo’n 30 jaar vooruit. 

Projectmanager Theo Bosma aan het woord: “We wilden heel graag wat doen, maar we moesten ook wel. Bouwjaar van de flats is 1969, dus logisch dat ze intussen wat gedateerd waren. De hele operatie is bedacht om ze weer compleet toekomstbestendig te maken. Wat de proporties betreft: een woonoppervlak dat past bij eigentijdse woonwensen van studenten. Plus wat verduurzaming betreft, met het oog op onze klimaatdoelstelling; we willen dat onze huurders in 2050 CO2-neutraal wonen. De Dragant heeft nu het zuinigste energielabel A, omdat alles van top tot teen goed geïsoleerd is, inclusief de gevel. De verwarming is van Warmtestad. Dat is een netwerk met ondergrondse leidingen naar verschillende gebouwen, vooral de grootverbruikers van energie. Een paar jaar geleden begonnen in Zernike, intussen doorgetrokken langs het Reitdiep via Paddepoel naar delen van Selwerd - onder andere zwembad De Parrel gebruikt de warmte. Voor de aansluiting van ons ketelhuis op voordelige en duurzame stadsverwarming hebben we nauw samengewerkt met andere corporaties en vastgoedbeheerders in de wijk.”

Dragant aan de Duindoornstraat

Hoe kijkt architect Aron van Delft van AAS Architecten terug op de driedubbele uitdaging waar Lefier om vroeg? “Het zijn nu nog steeds betaalbare huurwoningen voor studenten, ondanks de grootse verbouwing met veel noviteiten. Wel bijzonder: bij de keuze van een architectenbureau is nadrukkelijk ook gelet op de prestatie om de huurpunten binnen de perken te houden, met het oog op de te berekenen huursom. Meestal vragen ze ons alleen: schets een beeld en verzin een techniek.” 

Pieter Witzenburg, directeur vastgoed van Lefier, vult aan: “We geven in één klap een kwart van onze studentenportefeuille een mooie upgrade: grotere, energiezuinige studentenkamers met betere voorzieningen.” 

Een gebouw kun je ‘uitbuiken’ - Lefier wilde toekomstbestendig vernieuwen 

Was slopen en met een schone lei opnieuw beginnen niet beter geweest? Projectleider Bert Klinkenberg rekende al op die vraag. “Hergebruik is altijd veel milieuvriendelijker dan nieuwbouw met dezelfde kwaliteiten, minder duur ook; je verspilt geen kostbare materialen.  

Als je het dan ook nog eens doet volgens de spelregels van ‘circulair bouwen’, mag je rekenen op winst voor de bewoners én voor het milieu! 

We hebben alleen de buitenste schil voorzichtig gesloopt. De nieuwe voorgevel en achtergevel zijn bevestigd aan een zelfdragend stalen frame, 2 meter verder naar buiten dan de oorspronkelijke gevel. Dat heet ‘uitbuiken’. De basisvoetafdruk van het gebouw is even groot gebleven, de winst in elke afzonderlijke wooneenheid is precies 6 m2 

De taak was duidelijk: verander alle onzelfstandige studenteenheden met een krappe afmeting van 12 m2 in 321 frisse, semi-zelfstandige studenteenheden van 18 m2 per adres. Semi-zelfstandig wil hier zeggen: alleen de keuken met gezamenlijke woonkamer deel je met zes of zeven anderen. Kan ook best gezellig zijn. Vóór de vernieuwing bestond een vleugel uit 15 kamers aan een lange gang, nu nog maar 7 of 8. Die ‘knip’ was een enorme operatie. We hebben er bewust voor gekozen om het bestaande raster te laten staan. Dat was al aardbevingsbestendig; een mooie, duurzame opstap dusSplinternieuwe sanitairunits maken de metamorfose compleet. Dat zijn mooie, onderhoudsarme ’S-Pods’ - je ziet ze ook wel in heel luxe kampeertenten, dan heet het ‘glamping’. Alles zit erin: eigen douche, wc, wastafel. We konden ze redelijk eenvoudig ‘naar binnen schuiven; alleen nog even op de waterleiding aansluiten en netjes afwerken. En dat dan 300 keer. Nooit meer gemopper over het schoonmaakrooster! 

Zo’n ingrijpende metamorfose verdiende ook een klinkende, nieuwe naam voor elk gebouw, vonden ze bij LefierDe drie flats moesten het lang doen met de zakelijke namen Selwerd 1, 2 en 3. Dat kon niet meer. Uit de prijsvraag voor de Duindoornstraat kwam de niet kinderachtige koosnaam Draganteen sterk synoniem uit het plantkundeboek voor de duindoornstruikOp die vondst kon de projectleiding uitstekend voortborduren; de flats aan de Esdoornlaan en de Kornoeljestraat krijgen - helemaal in dezelfde botanische sfeer - de nieuwe namen Acero en Cornus.  

Lefier zocht de samenwerking met een enthousiast bouwbedrijf 

Victorine de Graaf-Peters van aannemer Van Wijnen Groningen brandt meteen los: “Alles aan dit project in drie delen is leuk en leerzaam. Normaal sleutelen onze bouwkundigen iedere keer weer aan een soort prototype. Een eerste keer, iets wat er nog niet was. Omdat we nu drie identieke flats achter elkaar onder handen mogen nemen, krijgen we de unieke kans om steeds wat nieuws te ontdekken, proefondervindelijk. Daar leer je van; de samenwerking wordt ook met de dag hechter. In plaats van de brute slopersbal in te zetten - dat kan iedereen wel - leerden we onze slimme slooprobot steeds beter en kieskeuriger om te gaan met bruikbare, circulaire materialen. Zo win je waardevolle grondstoffen terug uit sloopmateriaal en blijf je niet zitten met een bult onbruikbaar wegwerpbeton. Daar kun je normaal bij een opzichzelfstaande bouwopdracht niet makkelijk mee experimenteren; het risico op falen is dan te groot.  
Wat ik zelf minstens zo belangrijk vind: de gebiedsgerichte aanpak en het sociale aspect. Onze jongeren een leefbare start meegeven! We hebben nogal eens de neiging om studenten in zelfstandige ‘hokken’ te stoppen, lekker op jezelf met een eigen mini-keuken of magnetronEenzaamheid onder jongeren bestaat, die los je zo niet op. Hier is er bewust voor gekozen om nou juist wél te kiezen voor een gedeelde keuken met eetkamer. Dat zal best eens ergernissen opleveren, of een diepe zucht, maar het biedt ook heel veel goeds. De kans op een sociaal studentenleven, zonder dat je meteen de deur uit hoeft. In die zin waren deze flats toch altijd al iconen van de stad? En dat gaan ze nu opnieuw worden. Dat vind ik!”  

Esdoornlaan

Een prettige plek in de stad 

Aan de buitenkant is de studentenflat-nieuwe-stijl afgewerkt met een chocolademelkkleurig baksteenmotief, zodat de wijk ook ziet dat er wat groots en gezelligs gaande is.  

Je woont er op maar 1 km van de Zernike Campus van de universiteit, met de wind mee op 3 km van de Grote Markt en het Forum. Het Noorderplantsoen is ook niet ver.  
Wennen aan het wonen in een strakke flat? Je kunt het ook op een originele manier bekijken, net als een bekende Belgische acteur en filmmaker, die doelbewust een appartement kocht in de lelijkste woontoren van Oostende: "Het is geen idyllisch grachtenhuis met trapgevel; de flat is niet fraai. Daarom ben ik er gaan wonen. Binnen zie je er namelijk niks van. Ik heb thuis het mooiste uitzicht van heel Oostende!” 

Bewoner Doreen Snitjes wil daar direct wel even op reageren, op de 9e verdieping: “Echt, dat is wel zo! Prachtige plaatjes van de zonsopkomst soms. Als je vroeg opstaat. Ik heb ook in het centrum gewoond, best leuk voor een tijdje al die reuring om je heen. Maar nu heb ik alles wat ik wilde: rustig, de drukte kun je gewoon opzoeken, de campus is vlakbij, er zijn genoeg winkels hier. Het allerleukste vind ik de enorme diversiteit; er wonen hier veel internationale studenten. Op elke afdeling zit wel iemand uit een ander continent. Mooi dat al die culturen zo samenkomen in mijn Groningse buurtje. 

Selwerd is “een wijk waar het fijn is om te wonen” - zo staat het op de website die de gemeente Groningen en de wijk samen zijn begonnen, vol doelstellingen om de buurt bijvoorbeeld nog leuker, veiliger en groener te maken. Andere kernwoorden: gelukkig, gezond, leefbaar, betaalbaar, duurzaam, meedoen, sociale contacten. De naam van het wijkverbeteringsinitiatief én van de website is Sunny Selwerd. 

Boven slapen en studeren, beneden chillen met koffie 

Projectleider Bert Klinkenberg van Lefier noemt de begane grond “onherkenbaar”. Waar je ooit in een wat unheimische ruimte je fiets kon neerzetten, klinkt nu gezellig geroezemoes en gereutel van de koffiemachine. De overdekte fietsenstalling is slim verplaatst naar buiten, voor een deel in de oude portierswoningen, voorzien van zo’n handig hoog-laag parkeerrek, net als op het station. 
Restaurant De Duindoorn is er voor iedereen in Selwerd. Nét toen de buurtbewoners het een beetje aan het ontdekken waren, gooide de sluiting als gevolg van de coronamaatregelen voor de horeca voorlopig even roet in het gevarieerde eten, maar met wat geduld kan het straks zo maar de huiskamer van de buurt worden. Loungebanken, barista voor de latte macchiato, bordspellenknusse studieplekken met wifi, handgeschilderde hipsterwand in de hal, openslaande deuren naar de achtertuin, picknicktafels buiten, liggen in het gras, even doorlopen over het grindpad naar het basketvalveldje, tegen etenstijd een drankje voor half geld met je Dragant-voordeurtag. Iedere dag tussen 5 en 6 warme hap, óók gerust Take Away naar je eigen verdieping. Op zondag Antilliaanse lekkernijen en taart in knetterende kermiskleuren van de firma met het zonnige humeur Sweet Cakes; iedere zaterdag African Soulfood van Precious Taste. Denk aan paella met Nigeriaanse roots of “vurrukkulluke Surinaamse soto soep”.